De bestuurder van de wagen was volgens het Openbaar Ministerie een doorwinterd alcoholicus. “De beklaagde had op het moment van het ongeval een PETh-waarde van ongeveer 2.644 nanogram per milliliter. Dat is met voorsprong de hoogste waarde die ik in mijn carrière heb zien passeren en voor zover ik weet ook de hoogste waarde die we ooit hebben gezien op het parket van Oost-Vlaanderen”, klonk het tijdens de behandeling op 27 september.

Volgens de gangbare opvatting is men vanaf 200 nanogram een hevige drinker. 2.600 nanogram is het dertienvoudige.

Het Openbaar Ministerie laakte ook het gebrek aan schuldinzicht bij de beklaagde. De man was in totaal al 7 keer veroordeeld voor 3 ongevallen. Ook toen was er al sprake van intoxicatie en overdreven snelheid en zelfs 1 keer van letselschade en vluchtmisdrijf. De man had daardoor een rijverbod en moest herstelproeven afleggen om zijn rijbewijs terug te krijgen, maar daarvoor slaagde hij nooit.

Toch reed hij op 24 en 25 februari opnieuw dronken rond met de auto. De man beweerde achteraf dat hij geen alcoholprobleem had en niet in behandeling wilde gaan, omdat hij slechts een “gelegenheidsdrinker” was.